Rolski is een sport die vergelijkbaar is met langlaufen, maar wordt verricht met ski’s op wieltjes. Aldus kan ze het hele jaar door worden beoefend.
De gebruikte ski’s zijn circa 60 cm lang. Tegenwoordig hebben bijna alle ski’s voor en achter één wiel. Er bestaan verschillende soorten wielen die variëren in materiaal, breedte, diameter en hardheid. Smalle, harde pu wielen met een grote diameter zijn sneller dan brede zachte rubber wielen met een kleine diameter. Brede wielen rollen beter op een zachtere ondergrond. Er kan op vrijwel elke ondergrond gerolskied worden, asfalt, tegels, schelpenpaden, straatstenen, enz., maar minder goed op zachte ondergrond.
De stokken zijn vergelijkbaar met langlaufstokken, maar hebben een scherpe, widia punt en geen teller.
Rolski kent net als langlaufen twee varianten: klassiek en skate. Bij klassiek rolski maak je een achterwaartse afzet / voorwaartse beweging. Dat is mogelijk omdat een rolskiwiel een terugloopblokkering heeft.
Remmen kan gedaan worden door met beide ski’s een soort ploeg te maken en weer te laten rollen en dat steeds afwisselend. Ook kan men één ski steeds even dwars zetten (gestapte ploegrem), of men kan zich met één ski iets naar voren in het gras laten rollen (de bermrem). Er zijn ook remsystemen te verkrijgen.
Cross Skate
Cross Skate is een variant van Rolski Skate. Cross skates zijn gemaakt om ook te kunnen skaten op iets ruwere ondergrond: grindpaden en harde zandpaden. Ze hebben grotere wielen, (meestal) luchtbanden, (meestal) een remsysteem. Afhankelijk van het merk/type kun je er met je eigen schoenen of met langlaufschoenen op.